Loonkosten verklaren waarom elke 1B-ploeg buitenlandse investeerders nodig heeft: 81 procent van inkomsten

06 juni 2019 21:39

De loonkosten bij de Belgische clubs zijn stilaan problematisch aan het worden. In een gezonde situatie maken die ongeveer 50 procent uit van de inkomsten. Maar vooral in 1B gaan ze daar heel vlotjes over. Het verklaart waarom er daar allemaal buitenlandse investeerders worden aangetrokken.

Als de inkomsten stijgen, nemen ook de kosten voortdurend toe. Met een gemiddeld jaarlijks brutoloon van €211.000 vormen spelerslonen de grootste kost. Er is een groot verschil in gemiddeld loon wanneer G5/K11/Proximus League-clubs worden vergeleken.

Het gemiddelde loon in de G5 bedraagt €323.000, wat een stuk hoger ligt dan de lonen van de K11 (€187.000) en de Proximus League (€90.000). De G5 zit wel nog aan 53 procent van zijn inkomsten die naar spelerslonen gaan.

1B catastrofe

De K11 zit dan weer al over de 60 procent en als we in 1B gaan kijken wordt het pas echt rampzalig. Die geven gemiddeld meer dan 80 procent uit aan spelerslonen. Zonder buitenlandse investeerders lukt het dus niet. 

De loonkosten voor Belgische voetbalclubs bedroegen 56% in het seizoen 2017/18 en stijgen gestaag tijdens de laatste drie seizoenen, met 51% in het seizoen 2015/16 en 53% in het seizoen 2016/17. Acht clubs overschrijden zelfs de drempel van 70%, vooral clubs in de Proximus League.

Johan Walckiers

Jupiler Pro League \\ 2e klasse
 
 
Reacties.