Anderlecht wil anticiperen na groeiende interesse voor Nathan De Cat: dit is het gedroomde scenario


Foto: © photonews 14 november 2025 10:00

Nathan De Cat blijft de voorbije weken overal opduiken. Zijn glansprestatie in de topper tegen Club Brugge zette half Europa op scherp, en ook zijn oproep voor het WK U17 duwt zijn naam nog nadrukkelijker naar voren. Bij Anderlecht beseffen ze maar al te goed dat hij het grootste goudhaantje is.

Terwijl De Cat in Qatar strijdt met de U17, kijkt paars-wit al vooruit. Zijn huidige contract loopt nog tot 2027, maar de club wil niet wachten tot de Europese topclubs zich echt gaan roeren. Daarom wordt er aan gewerkt om zijn verbintenis nu al open te breken, met de bedoeling hem nog enkele seizoenen in het Lotto Park te houden.

De interesse is immers groot. Bayern München, waar Vincent Kompany aan het roer staat, volgt de 17-jarige middenvelder al maanden. Zijn recente bezoek aan Neerpede heeft dat alleen maar in de verf gezet. Ook Borussia Dortmund heeft De Cat bovenaan het lijstje gezet en er worden nog meer kapers op de kust verwacht.

De Cat overtuigen dat hij zich in Brussel nog verder kan ontwikkelen

Voor Anderlecht is het daarom cruciaal om snel te handelen. De club wil vermijden dat de situatie escaleert zoals bij eerdere talenten die te vroeg vertrokken. Een nieuw contract met betere voorwaarden moet De Cat overtuigen dat zijn ontwikkeling in Brussel de beste stap blijft.

Volgens bronnen in en rond de club staat De Cat zelf open voor dat scenario. Hij voelt zich goed bij Anderlecht, ziet de speelminuten die hij krijgt onder Besnik Hasi en beseft dat hij hier rustig kan doorgroeien zonder overhaaste sprongen. Zijn entourage zou dezelfde richting uitdenken.

De komende weken worden dus belangrijk voor paars-wit. De Cat kan wereldwijd schitteren op het WK U17, Europese topclubs liggen op vinkenslag en Anderlecht wil koste wat kost zijn kroonjuweel behouden. Door tijdig te anticiperen hopen ze hun grootste talent van de laatste jaren nog wel even in het Lotto Park te zien.

Johan Walckiers

 
 
Reacties.