Dit is waarom onze competitie eerder terug naar een klassieke formule zal gaan en niét naar de BeNeLiga

Hoe ziet onze Belgische voetbalcompetitie er over enkele jaren uit? Het is een vraag die momenteel geen antwoord kent. Al leert een simpel rekensommetje ons wel dat een terugkeer naar onze klassieke formule de grootste kans op slagen heeft.

Voor alle duidelijkheid: we spreken hier over mathematische kansen. Maar het is geen geheim dat de kleinere clubs een klassieke formule met achttien of twintig ploegen meer genegen zijn dan pakweg de BeNeLiga. 

Hoe zit zo’n hervorming precies in elkaar? Wel, bij de Pro League moet daarover gestemd worden. Een verandering heeft een tweedederdemeerderheid nodig. Voor de volledigheid: de clubs van de G5 hebben drie stemmen, een K11-vertegenwoordiger mag twee keer stemmen en er is slechts één stem weggelegd voor de clubs uit 1B.

En dan nemen we even de rekenmachine. Als alle zogenaamde kleintjes voor het klassieke format kiezen - en dat worden 18 of 20 clubs in eerste klasse - wordt die drempel net gehaald. En sinds de geruchten omtrent de BeNeLiga springen meer clubs op de kar. 

In het geval van zo’n klassieke hervorming zullen nog steeds enkele profclubs verdwijnen, maar de kleintjes beseffen ook dat hun overlevingskansen in het geval van een grensoverschrijdende competitie met Nederlander een pak kleiner zijn.

Lobbyen achter de schermen

Het Laatste Nieuws weet overigens dat Antwerp FC, Sporting Charleroi en KV Oostende momenteel de spelbrekers zijn. Er wordt achter de schermen dan ook druk gelobbyd om voldoende stemmen samen te rapen. 

Redactie