Antwerp neemt ook risico met lening van investeringsfonds: dit is het percentage dat ze erop moeten betalen

Foto: © photonews
Antwerp FC gaat in zee met het Londense investeringsfonds Fasanara Capital om miljoenen euro's op te halen. De lening moet zowel de dagelijkse werking van de club als de bouw van de nieuwe Tribune 2 financieren. Het gaat dus om een strategische operatie waarbij geen aandelen overgedragen worden.
Volgens sporteconoom Thomas Peeters van de Erasmus School of Economics zijn aan zo’n lening wel degelijk risico’s verbonden. “Dergelijke fondsen rekenen vaak rentes tot 10 procent. Dat is stevig, maar mogelijk ingecalculeerd door de club", klinkt het in HLN. De echte gevaren duiken op als inkomsten tegenvallen of de bouw vertraging oploopt.
Ook de financiële situatie van eigenaar Paul Gheysens speelt mee. Zijn vastgoedgroep Ghelamco boekte vorig jaar een verlies van 324 miljoen euro. Bovendien beperken Financial Fair Play en de Belgische licentiecommissie hoeveel geld een eigenaar jaarlijks mag bijpassen. Antwerp moet dus op zoek naar alternatieve middelen.
Toch ziet Peeters ook positieve signalen. “Het feit dat een fonds als Fasanara in Antwerp wil stappen, wijst erop dat ze vertrouwen hebben in het terugbetalingsplan. Dat is op zich een goed teken.” De lening verlicht bovendien de druk op Gheysens, die al jaren eigen middelen in de club pompt.
In België is dit soort constructie niet ongewoon. Club Brugge werkt bijvoorbeeld met Orkila Capital. Het “high risk, high reward”-model wint aan terrein, al blijft het risicovol. Clubs kunnen ondanks investeringen nog altijd failliet gaan, zoals KV Oostende bewees.
Het verschil met andere clubs is duidelijk: bij Antwerp gaat het puur om een lening en niet om een overname. De club blijft volledig in eigen handen, wat het voor velen een minder ingrijpende maar noodzakelijk stap maakt in de huidige financiële realiteit van het topvoetbal.
Johan Walckiers