David Hubert heeft wel nog iets te zeggen over Olivier Renard na ontslag bij Anderlecht

Foto: © photonews
Vijf intense maanden als hoofdtrainer bij Anderlecht hebben David Hubert getekend. De pieken van Europese successen en overwinningen, de dalen na pijnlijke nederlagen en uiteindelijk het plotse ontslag: de jonge coach heeft het allemaal beleefd.
In een gesprek met RTBF blikt hij terug op die woelige periode. De manier waarop zijn avontuur eindigde, liet sporen na. “Toen ze me aanboden om opnieuw assistent te worden in de staf van Besnik Hasi, was dat gewoon onmogelijk", zegt Hubert. “Bij een club als Anderlecht spelen er zaken die je niet in de hand hebt. Maar het belangrijkste is dat Sporting opnieuw stabiliteit vindt. Als je telkens de fundamenten van een gebouw verandert, raak je nooit aan het dak.”
Zelfs voor de bekerfinale, waarvoor hij een uitnodiging kreeg, kon hij zich niet tot een terugkeer zetten. “Ik had er niets bij te winnen om mijn gezicht daar te laten zien", legt hij uit. “Maar ik onderhoud nog steeds goede contacten bij de club. Ik ben weggegaan zonder deuren dicht te slaan en ik denk dat ik, zoals bij al mijn clubs, een goede indruk heb nagelaten.”
Resultaten bewezen dat mijn ontslag niet per se de juiste beslissing was
Over de rol van Olivier Renard, de nieuwe technisch directeur die zijn ontslag mee besliste, spreekt Hubert opvallend mild. “Ik had weinig problemen met Olivier. Hij kwam na mij, en dat is nooit makkelijk. Hij heeft beslissingen genomen, dat was zijn rol. Als werknemer moet je dat accepteren, of je nu blij bent of niet. De club is belangrijker dan je ego.”
Ondanks het pijnlijke afscheid overheerst bij Hubert geen bitterheid. “Men zal me voor gek verklaren, maar ik wilde echt dat ze die bekerfinale wonnen", zegt hij. “De resultaten nadien hebben me zelfs gerustgesteld. Ze toonden dat ik het maximale uit deze groep had gehaald. Het bewees dat mijn ontslag niet per se de juiste beslissing was.”
Hubert vertrok met gemengde gevoelens: dankbaar voor de ervaring, maar overtuigd dat er meer inzat. “Ik dacht dat ik wist wat deze groep waard was. Maar misschien wisten zij het nog niet.”
Johan Walckiers