Totaal overbodige Anderlecht-speler reageert voor eerste keer: "Moeilijk om te verwerken"

23 december 2025 10:00

Majeed Ashimeru staat terug op het veld bij de RSCA Futures en probeert zich te herpakken na een moeilijke periode. De 28-jarige Ghanese middenvelder speelde enkele wedstrijden in de U23, soms vanaf de bank, soms in de basis. Dit weekend scoorde hij nog tegen Kortrijk.

“Bijna zes maanden heb ik niet gespeeld", zegt Ashimeru in LDH. “Mijn laatste match voor ik opnieuw begon begin december was in juni. Ik ben echt blij om weer op het veld te staan.” Na maanden van blessureleed en stilzitten, geniet hij duidelijk van de hernieuwde matchritme.

Ashimeru houdt zijn conditie goed op peil en voelt zich weer fit. “Ik heb hard gewerkt, eerst individueel en daarna met de Futures. Ik heb het ritme kunnen behouden en opnieuw spelen geeft me veel plezier", vertelt hij. In de afgelopen twee weken speelde hij vier wedstrijden.

Ashimeru hoopt nog steeds op een kans bij Anderlecht

De komst van Besnik Hasi leek Ashimeru een nieuwe kans te geven in het eerste elftal, maar een blessure en een moeilijke voorbereiding zorgden ervoor dat hij naar het B-elftal werd verwezen. “Het was moeilijk om te verwerken, maar ik respecteer de beslissing van de staf. Ik heb mijn focus verlegd en probeer er iets positiefs uit te halen", aldus Ashimeru.

Ondanks zijn huidige plek bij de Futures blijft hij loyaal aan Anderlecht, waar hij al vijf jaar onder contract staat. “Ik ben hier sinds 2021 en respecteer het club, de fans en de directie. Ik laat hen niet vallen. Zou ik graag terugkeren in het eerste elftal? Waarom niet, ik ben nog steeds speler van Anderlecht en houd van deze club.”

Op korte termijn wil Ashimeru vooral genieten van het spel en zichzelf in de kijker spelen voor een transfer. Tegelijk blijft hij dromen van de wereldbeker met Ghana in juni. “Ik blijf dromen van het WK. Ghana is gekwalificeerd en ik hoop mee te kunnen spelen. Of dat lukt vanuit de Belgische tweede klasse? Dat is moeilijk, maar we zullen zien in juni.”

Johan Walckiers

 
 
Reacties.