Héél raar? Anderlecht-speler staat in gerenommeerde Golden Boy-lijst voor Karetsas en Talbi

Foto: © photonews
De Italiaanse sportkrant Tuttosport heeft opnieuw haar jaarlijkse lijst van honderd grootste Europese voetbaltalenten onder 21 jaar bekendgemaakt voor de prestigieuze Golden Boy Award.
Tot verrassing van velen is het niet Club Brugge-smaakmaker Chemsdine Talbi of Genk-parel Kos Karetsas die het hoogst gerangschikt staat van de Belgische competitie, maar wel Jan-Carlo Simic van Anderlecht.
De 20-jarige verdediger, die pas sinds vorige zomer bij paars-wit speelt, staat op plaats 24. Daarmee laat hij enkele opvallende namen uit de Jupiler Pro League achter zich. Talbi bengelt op 34, Genk-doelman Mike Penders op 62 en Karetsas pas op 82. Ook talenten als Joaquin Seys (42) en Kyriani Sabbe (59) staan lager dan Simic.
De nominatie roept dan ook vragen op. Want hoewel Simic potentieel toont, krijgen anderen in België wekelijks speeltijd en leveren ze doorslaggevende prestaties. Vooral Talbi en Karetsas gelden al geruime tijd als uithangborden van hun generatie. Toch ziet Tuttosport in Simic de grootste carrièrekansen van het stel.
De Golden Boy Award heeft een rijk verleden. Grote namen als Messi, Rooney, Haaland en Bellingham gingen de jonge talenten voor. De winnaar wordt gekozen door een panel van dertig Europese media, waaronder Voetbal International en Gazzetta dello Sport. De top drie dit jaar bestaat uit Barça-sensaties Lamine Yamal en Pau Cubarsí, en PSG-revelatie Désiré Doué.
In totaal staan acht spelers uit de Belgische competitie op de lijst, naast drie Belgen in het buitenland: Malick Fofana (21), Mika Godts (66) en Julien Duranville (75). De aanwezigheid van zoveel Belgische namen toont het groeipotentieel van de Jupiler Pro League aan, al zorgt de ranking van Simic voor gefronste wenkbrauwen.
De uiteindelijke winnaar wordt pas later dit jaar bekendgemaakt. Of Simic écht thuishoort in de Europese top 25 zal hij komend seizoen bij Anderlecht moeten bewijzen. Voorlopig lijkt Tuttosport in hem meer te zien dan de Belgische velden tot dusver laten vermoeden.
Bart Vandenbussche