Lucas Biglia onthult opmerkelijk verhaal over Anderlecht: "Maar de vraag is nooit gekomen"


Foto: © photonews 12 juli 2025 12:00

Lucas Biglia is sinds kort opnieuw actief bij RSC Anderlecht, dit keer als assistent-trainer van Besnik Hasi. Een verrassende comeback, want jarenlang leek de band tussen de Argentijn en de club verwaterd.

Andere iconen werden al eens gevraagd om de aftrap te komen geven, maar de Argentijn werd tot voor kort nooit meer gezien in het Astridpark. “Het is er nooit van gekomen mij te vragen om eens de aftrap te komen geven", zegt Biglia in Het Nieuwsblad. “Ik bleef Anderlecht altijd volgen, maar had weinig contact met mensen binnen de club.”

Zijn vertrek naar Lazio in 2013 verliep niet zonder spanning, vooral met toenmalig manager Herman Van Holsbeeck. “Die hield het been lang stijf. Maar ik moest vertrekken om mijn WK-droom met Argentinië waar te maken", legt Biglia uit. “Ik wil Herman nu wel bedanken, want hij heeft mee mijn carrière gelanceerd. Maar op dat moment was die transfer gewoon noodzakelijk.”

Na passages bij Lazio en AC Milan verhuisde Biglia naar Turkije, waar hij onder andere voor Basaksehir speelde. “Ik had gerust als speler willen terugkeren naar Anderlecht", klinkt het opvallend. “Ik weet dat dat als 35-plusser niet vanzelfsprekend is, maar de vraag is me nooit gesteld. Zelfs toen ik met Basaksehir Europees speelde tegen Antwerp was er geen contact.”

Uiteindelijk komt zijn terugkeer er dus in een andere rol. Niet via de trainer zelf, maar via een bekende uit het verleden. “Het was niet Besnik die mij eerst belde. Dat was Mario Innaurato, onze vroegere physical coach bij Anderlecht", legt Biglia uit. “Hij heeft ook zes maanden bij AC Milan gewerkt toen ik er zat, en hij komt goed overeen met Hasi.”

Pas daarna volgde het gesprek met Besnik Hasi, met wie hij meteen een klik voelde. “We gingen direct akkoord. Het voelde goed aan", vertelt Biglia. Voor hem is het niet enkel een nieuwe stap in zijn carrière, maar ook een hernieuwde connectie met een club die hem altijd is bijgebleven.

Johan Walckiers

 
 
Reacties.