Moet Club Brugge rekening houden met gratis vertrek van Jashari? "Wet '78-dreiging is nu véél groter"

15 juli 2025 07:00

De komende uren worden cruciaal in het transferdossier van Ardon Jashari. Wat als de middenvelder ook vandaag niet komt opdagen? En bestaat de kans dat de Zwitser zelfs helemaal gratis zal vertrekken?

De kaarten liggen al eventjes op tafel. AC Milan heeft een persoonlijk akkoord met Ardon Jashari. Hij kan in San Siro een contract voor vijf seizoenen tekenen een een jaarloon van drie miljoen euro opstrijken.

I Rossoneri zijn dan weer bereid om ruim 32 miljoen euro te betalen voor Jashari. En daar wringt het schoentje: Club Brugge wil op het einde van de rit - dus inclusief haalbare bonussen - veertig miljoen euro op de rekening zien verschijnen.

Waarom liet Ardon Jashari zich nog niet zien bij Club Brugge?

Jashari liet zich de voorbije weken nog niet zien in het Belfius Basecamp van Club Brugge. Werkweigering is het niet. Club Brugge gaf de middenvelder de toestemming om het oefenkamp en de fandag over te slaan. Net om niets op de spits te drijven…

Maar vandaag wordt Jashari wél verwacht. Volgens de ene bron zal de middenvelder zijn plichten nakomen, maar andere bronnen spreken een ander scenario uit. "Net zoals alle werknemers moeten ook voetballers hun contract nakomen", aldus Frank Hendrickx.

Moet Club Brugge vrezen voor de Wet van '78?

"In het geval van niet-naleving van een contract kan Club Brugge volgens het arbeidsreglement overgaan tot financiële bestraffing", gaat de professor Arbeidsrecht van KU Leuven verder in Het Nieuwsblad. "Maar vaak zie je in zo'n situaties dat de speler zich ziek meldt. En dan kan je als werkgever weinig doen."

"Maar er is ook de juridische dreiging met de Wet van '78", gooit Hendrickx de knuppel in het hoenderhok. "En die dreiging is nog veel groter sinds de uitspraak in de zaak-Diarra vorig jaar. Moet Club Brugge vrezen voor een gratis vertrek? Het zou in dat geval alleszins een lastige kwestie worden. Club Brugge zoekt beter een vreedzame oplossing."

Manuel Gonzalez

 
 
Reacties.