Wordt Michael Verschueren de nieuwe voorzitter van Anderlecht? Olivier Deschacht spreekt klare taal

De toekomst van het voorzitterschap bij RSC Anderlecht blijft onderwerp van discussie. Olivier Deschacht, voormalig speler en clubicoon, deelt zijn visie op de rol van supporters, het bestuur en de mogelijke benoeming van Michael Verschueren.
Volgens Deschacht is de kritiek op Wouter Vandenhaute deels begrijpelijk, maar vaak overtrokken. “Supporters zochten een zondebok en vonden die in Vandenhaute,” stelt hij in Het nieuwsblad. Hoewel de voorzitter fouten maakte, benadrukt Deschacht dat zulke misstappen ook bij topclubs als Real Madrid voorkomen. Hij wijst erop dat Vandenhaute en Coucke het beste voor de club wilden, ondanks de publieke perceptie van sabotage.
Deschacht onderstreept dat de verantwoordelijkheid op het veld bij de spelers ligt. Bestuurlijke beslissingen zijn belangrijk, maar de prestaties worden uiteindelijk door het team bepaald. Hij roept op tot nuance in de beoordeling van het beleid, en tot erkenning van de complexiteit van het voorzitterschap.
Macht van de achterban
De invloed van de supporters is volgens Deschacht reëel, maar niet uniek aan Anderlecht. “Ook bij andere clubs zijn er protesten en worden rookbommen gegooid,” merkt hij op. Hij beschouwt dit als een breder fenomeen binnen het voetbal.
In dat licht wordt de mogelijke benoeming van Michael Verschueren als voorzitter bekeken. Deschacht noemt hem “een geschikte kandidaat” vanwege zijn kennis van de club en communicatieve vaardigheden. Hij acht hem in staat om ook in moeilijke tijden het gesprek met de achterban aan te gaan, wat cruciaal is in het huidige klimaat.
Gevaar
Toch zijn er kanttekeningen. Sommige waarnemers vrezen dat Verschueren te sterk geassocieerd wordt met Marc Coucke, wat zijn onafhankelijkheid zou kunnen ondermijnen. Deschacht erkent dat dit een delicate kwestie is, en verwijst naar Couckes eerdere terugtrekking als voorzitter onder druk van de fans als voorbeeld van hoe gevoelig het evenwicht is tussen bestuur en achterban.
Bjorn Vandenabeele