Jan Breydelstadion wordt 50 jaar: "Ik ben meer dan beschaamd tegenwoordig"

Club Brugge speelt nog altijd in het Jan Breydelstadion, dat dit jaar zijn 50ste verjaardag viert. Erevoorzitter Michel D'Hooghe ziet zowel het historische belang van het stadion als de uitdagingen die het vandaag nog steeds met zich meebrengt.
“Het heeft alles veranderd voor het voetbal in Brugge. Ik ben méér dan beschaamd tegenwoordig, ik ben bezorgd", zegt D'Hooghe in HLN. Het stadion, in de volksmond Olympia genoemd, heeft in de loop der jaren enkele renovaties gekregen.
Zo werden staanplaatsen vervangen door zitjes, kwam er een logegebouw en werden business-seats toegevoegd. Tegen de tijd van Euro 2000 werd het stadion uitgebreid naar 30.000 zitplaatsen en kreeg het de naam Jan Breydelstadion, naar de Brugse volksheld uit de veertiende eeuw.
Jan Breydel: betonrot en verouderd sanitair
Toch is er ondertussen veel achterstallig onderhoud. D’Hooghe wijst op betonrot en verouderd sanitair. “Tijdens elke thuismatch wordt supporter D’Hooghe nog geconfronteerd met de aftakelende voetbaltempel. Ik ben vandaag bezorgd om de veiligheid. En dat meen ik echt", zegt hij.
Ondanks die gebreken is Club Brugge uitgegroeid tot de grootste voetbalploeg van België. Al sinds 2007 probeert Club een nieuw stadion te realiseren. Er is een plan klaar om een nieuw stadion naast het huidige te bouwen, maar buurtbewoners en administratieve obstakels maken het proces traag. “Er is al twintig jaar verloren gegaan", zucht D’Hooghe. “Stel je voor waar Club zou staan als ze wél al een nieuw stadion hadden…”
Voorlopig blijft Jan Breydel dus het thuis van Club Brugge, met alle beperkingen van dien. D’Hooghe benadrukt dat het stadion in zijn huidige staat niet meer voldoet aan de eisen van een moderne topclub.
Johan Walckiers