Anderlechtspelers kampen allemaal met hetzelfde syndroom: "Zelfs Huerta en Hey hebben er last van"

Foto: © photonews
RSC Anderlecht kende een seizoen vol teleurstellingen en gemiste kansen. De Brusselaars moesten genoegen nemen met een bijrol in de competitie. Er waren momenten van hoop, maar structurele problemen binnen het team en inconsistentie in de prestaties deden de ambities snel vervagen.
Een van de grootste pijnpunten was de defensieve kwetsbaarheid. De ploeg gaf te vaak makkelijke doelpunten weg door individuele fouten en gebrekkige organisatie achterin. Dit zorgde ervoor dat Anderlecht in cruciale wedstrijden niet kon standhouden.
Ook aanvallend was het allemaal te wisselvallig. Hoewel enkele talentvolle spelers hun waarde bewezen, ontbrak het vaak aan efficiëntie in de afronding. Anderlecht creëerde kansen, maar liet te veel mogelijkheden onbenut. Dit gebrek aan doelgerichtheid maakte het moeilijk om wedstrijden naar zich toe te trekken.
En dat was lang niet alles. Onrust binnen de club, wisselingen in de technische staf en onzekerheid over de toekomst hadden een negatieve invloed op de prestaties. Het vertrek van clubiconen en ervaren krachten zorgde voor een gebrek aan leiderschap, wat de jonge spelers zwaar trof.
Tegen Club Brugge werd dat nog maar eens pijnlijk duidelijk, hoe moeilijk bepaalde spelers het hebben. “Huerta is geen slechte speler, maar de Mexicaan is de frisheid van het begin kwijtgeraakt”, klinkt het bij Alexandre Teklak in La Dernière Heure.
“Hij heeft hetzelfde trauma als zijn ploeggenoten: de angst om fouten te maken. Hij speelt niet om zijn actie te laten slagen, maar om hem niet te missen. Hetzelfde syndroom treft nu ook Hey, wiens ingrepen soms onnauwkeurig zijn. Het is een zelfvertrouwen dat ze verloren hebben, mede door de slechte resultaten, de druk en de kritiek.”
Bjorn Vandenabeele