Dit ga je bij Club Brugge, Anderlecht of Genk niet snel zien: zo ging het eraan toe bij Union na de rammeling

Foto: © photonews
Union verloor dinsdag met zware cijfers van Inter (0-4), maar in het Lotto Park bleef het lang na het laatste fluitsignaal één groot feest. Terwijl de spelers aangeslagen afdropen, bleven de supporters zingen en dansen op de tribunes. Een zeldzaam tafereel in het moderne voetbal.
De liefde tussen Union en zijn fans lijkt onvoorwaardelijk. Waar elders frustratie of boegeroep zou volgen, heerste in Brussel trots en dankbaarheid. De supporters beseffen dat hun ploeg op dit niveau nog ervaring mist, maar ook dat ze tegen absolute wereldtop spelen.
Trots overheerst nog altijd
Het was pas de tweede thuiswedstrijd ooit van Union in de Champions League, en dat leverde alweer een uitverkocht Lotto Park op. “Vier jaar geleden zaten we nog in tweede klasse,” klonk het trots in de tribunes. “Nu zingen we tegen Inter.”
Dat contrast zegt alles over de steile opmars van de Brusselaars, die op korte tijd zijn uitgegroeid tot een vaste waarde in de Belgische top. Ondanks de nederlaag blijft het gevoel van trots overheersen.
De tegenstander van dienst was bovendien niet de minste: Inter, finalist van de Champions League in 2025, kwam met wereldspelers als Dumfries, Calhanoglu en Lautaro Martínez. Union probeerde het met inzet en lef, maar kwam fysiek en technisch tekort tegen het Italiaanse meesterschap.
Zingen voor de ploeg, niet voor de uitslag
Toch werd er na de match niet met de vinger gewezen. In Brugge, Genk of Anderlecht zou zo’n 0-4 mogelijk tot morrende fans geleid hebben, maar bij Union bleef de toon positief. “We zingen voor de ploeg, niet voor de uitslag", vatte een fan het perfect samen.
De nederlaag verandert niets aan het sprookje dat Union schrijft. De club staat nog altijd aan kop in de Jupiler Pro League en blijft het Belgische publiek charmeren met haar nuchtere aanpak, enthousiasme en trouw publiek. Wat er ook gebeurt in Europa: de Unionisten blijven gewoon zingen.
Johan Walckiers